Waarom kan oud zeer nog zo overweldigend zeer doen? deel 2

Wat vooraf ging aan deel 2 van oud zeer:

Naast het denken is het in balans brengen/houden van het lichaam ook een taak van het brein.
En onverwerkte gevoelens blijven die balans verstoren net zo lang tot ze verwerkt zijn.

Dus angsten, pijnen, teleurstellingen, verdriet, woede, en soms het proberen te onderdrukken daarvan, zijn allemaal energieën die in de weg staan van balans, van rust en ontspanning.

Even tussendoor: dit soort inzichten zijn onderdeel van de Driedaagse én van de kennisshop van Blijvend anders: https://www.blijvendanders.nl/de-driedaagse/
http://www.blijvendanders.com/praktijk-voor-individuele-be…/

Deel 2

Naast het denken, is het in balans brengen en houden van het brein zelf en van alle andere lichamelijke processen, ook een taak van het brein.

Het brein is daarin een soort van schakelkast.
Een autonome schakelkast die zorgt dat alles netjes in balans blijft.
Die zorgt dat het lichaam krijgt en verwerkt wat het nodig heeft en los laat en eruit werkt wat het niet meer kan gebruiken.

Maar ook dat het lichaam adequaat kan reageren op alle externe invloeden zoals bedreiging of veiligheid, kou of warmte én uiteraard adequaat kan reageren op alles wat de gebruiker c.q. bewoner van het brein en het lichaam doet of niet doet, denkt, voelt, eet, drinkt….

Kortom, dat brein is naast het denken ook nog eens 24 uur per dag bezit om zichzelf en alle lichamelijke processen aan te passen en bij te stellen om een zo groot mogelijke balans, noem het gezondheid, te kunnen waarborgen.

Elke dag dat dat lukt mag je als gebruiker van dat brein en lichaam als een gezegende dag beschouwen en mag je vol verwondering en bewondering zijn dat jouw brein het die dag weer gelukt is, mede dankzij jouw bijdrage of ondanks jouw tegenwerking.

En helaas, zonder het in de gaten te hebben zijn we ons brein soms enorm aan het tegenwerken om die balans voor elkaar te kunnen krijgen.

Wat staat het brein in de weg om zichzelf en het lichaam gezond te kunnen houden?

Het brein en elk orgaan en alle orgaansystemen in het lichaam doen oorspronkelijk wat ze behoren te doen en doen dat altijd zo optimaal mogelijk, streven naar een optimale balans en gezondheid.

Als er dan toch iets in de weg staat, als er een disbalans ontstaat, dan is dat te danken aan:
erfelijke en/of genetische factoren,
de invloed van omgevingsfactoren
en/of wat de bewoner en gebruiker van het brein en het lichaam zelf doet of gedaan heeft in en met zichzelf.

Er kunnen dus een heleboel factoren zijn waardoor balans en gezondheid ondanks alle inspanningen van het brein niet (meer) haalbaar is.

Waar kunnen we wat aan doen en waar kunnen we niets aan doen?

Erfelijke en genetische factoren kunnen we niet kiezen of bepalen, daar wordt je mee geboren en daar zal je het in eerste instantie mee moeten doen.
Als je uit gaat van continuïteit van leven dan ligt dat weer iets anders, dan zijn zelfs de genetische en erfelijke factoren een gevolg van voorgaand handelen.
Mogelijk dat je op latere leeftijd de invloed van erfelijke en genetische factoren zelf of via medicatie e.d. kunt beïnvloeden maar dat is niet altijd het geval.

Omgevingsfactoren zijn ook pas na een bepaalde leeftijd aan te pakken.
Als baby, kind, puber, jong adolescent kun je omgevingsfactoren mogelijk wel beïnvloeden maar vaak heb je niet de mogelijkheden om omgevingsfactoren op dat moment zelf echt te veranderen.

Dan komt hetgeen wat jij als gebruiker van je brein en je lichaam zelf doet, denkt, voelt, eet, drinkt.
Ook daar kun je als baby, kind, puber vaak niet veel mee.
Zeker de eerste paar jaar van je leven ben je volledig afhankelijk van wat ouders al dan niet voor je doen en je voordoen.

Pas als je brein zo rond je 22ste volgroeid is en je als volwassen wordt beschouwd kan er iets van een echte doordachte eigen regie ontstaan.

Vaak is er dan al wel al sprake van aardig wat ingeslepen gewoonte patronen, vastgeroeste overtuigingen en een hoop niet bewuste automatisme in je denken en handelen die de mate van “eigen regie” en van de mate van “doordachtheid” aardig kunnen beïnvloeden….

Zoals ik in deel 1 heb beschreven bestaat het denk-brein uit twee delen:
het feiten brein
het gevoelsbrein.

In dat gevoelsbrein vinden we twee soorten gevoelens:
– gevoelens die horen bij het fundament van een gezond en gelukkig leven,
– gevoelens die dat fundament ondermijnen.

Gevoelens die horen bij het fundament van een gezond en gelukkig leven:
Als ouders een baby, kleuter, peuter, kind en puber voldoende aandacht, waardering én vertrouwen geven, dan ontstaan daardoor gevoelens van eigenwaarde en zelfvertrouwen.

Voldoende aandacht, waardering en vertrouwen zijn namelijk de bouwstenen van eigenwaarde en zelfvertrouwen.
Deze gevoelens van eigenwaarde en zelfvertrouwen zullen door de beginjaren heen de fundamenten gaan vormen voor een stevige persoonlijkheid.
En als deze fundamentele gevoelens van zelfvertrouwen en eigenwaarde stevig genoeg verankert zijn dan zal je daar je hele leven profijt van hebben en is er uiteindelijk nog maar weinig wat dat nog kan ondermijnen.
Gevoelens van eigenwaarde en zelfwaardering zijn dan ook het fundament van een gezond en gelukkig leven.

Hoe zit dat dan met deze gevoelens, hoe werkt dat.
Wij worden pas gewaar van gevoelens als ze in beweging worden gebracht.
Gevoelens waar geen beweging in zit zijn we niet gewaar van. Die kennen we dan wel vanuit voorgaande bewegingen maar spelen nu geen rol.
Die beweging in eigenwaarde en zelfvertrouwen wordt echter voortdurend veroorzaakt omdat elke handeling in deze wereld iets vraagt van je op het gebied van zelfvertrouwen en eigenwaarde.
Aangezien het gevoelsbrein geen tijdsbesef heeft blijven deze gevoelens dus voor altijd aanwezig en door het leven in deze wereld worden deze gevoelens ook voortdurend in beweging gebracht en zijn dus altijd voelbaar en bruikbaar.
Hierdoor kan er een constante beleving en gevoel zijn van eigenwaarde en zelfvertrouwen waar vanuit je stevig en in balans je plek op aarde in kan nemen.

Gevoelens die het fundament van een gezond en gelukkig leven ondermijnen:
De gevoelens die een gezond en gelukkig leven kunnen ondermijnen kunnen we in vijf groepen onderbrengen:
– angst,
– twijfel,
– schuld,
– miskenning
– begeerte.
Als gevoelens, bijvoorbeeld door er niet over te praten en het niet toelaten van emoties, nog geen ontlading of ontkrachting hebben gehad, blijven ze beladen en daardoor dus in beweging.

Je zou kunnen zeggen dat de stroom er dan op blijft staan.

Door die beweging in gevoelens blijven wij ze dus ook waarnemen.
Gevoelens die in beweging zijn nemen we waar, gevoelens waar na ontlading en ontkrachting geen beweging meer in zit, die kennen we wel maar die nemen we niet meer waar, daar hebben we dus ook geen last van.

Worden gevoelens na ontlading en ontkrachting op een later moment door interne of externe prikkeling toch weer in beweging gebracht dan gaan we ze weer voelen en hebben we er weer last of gemak van, net wat het is uiteraard.

Dan is het zaak om deze gevoelens wederom te ontmoeten, weer te ontladen en weer te ontkrachten zodat ze weer tot rust komen.

Dat bepaalde gevoelens weer in beweging komen kan ontstaan door een nieuw feit, een nieuw gegeven of gebeuren, maar wat ook mogelijk is dat er toch nog een lading aanwezig was in dat gevoel die we de vorige keer nog niet hebben kunnen waarnemen of hebben onderdrukt.

Gaan we na die prikkeling en het ontstaan van die beweging de gevoelens weer onderdrukken, dan ontladen en ontkrachten we ze niet en zullen ze in beweging blijven.

Zijn dat dus gevoelens van afwijzing, afkeuring, miskenning, schuld, angst, twijfel of begeerte, en deze gevoelens zijn nog beladen, en we duwen ze ook elke keer terug als ze weer geprikkeld worden, dan zullen die meer en meer een ondermijnende rol gaan spelen en gezondheid en het gelukkig kunnen zijn in de weg staan.

Gevoelens van angst, schuld, miskenning, twijfel en begeerte veroorzaken onveiligheid en onveiligheid wordt in je brein vertaald in onder andere een verhoging van je adrenaline level.

Hierdoor kan echte ontspanning er dus niet meer zijn.
Het gevolg is dat slapen steeds slechter zal lukken, je bent voortdurend onrustig, alert en op je hoede wat uiteindelijk uitputtend zal gaan werken.

Vaak heb je dan ook voortdurend het gevoel dat het niet veilig is en dat je niet ok bent.
Dit alles veroorzaakt uiteraard een scala aan gedachten.

Bijvoorbeeld talloze scenario’s om tot een oplossing te komen, het verzinnen van omwegen om de zwaarte te ontlopen en misschien zelfs wel het toenemende idee van machteloosheid enz.

Zolang het brein zich moet bezighouden met dit soort spanningen en allerlei bewegingen in gevoelsgebieden, verstoort dat als het ware de regie en de energie om het brein en het lichaam in balans te houden of te krijgen.

Je zou dus kunnen stellen dat oude niet verwerkte gevoelens als een soort van stoorzender op het brein inwerken.

Het brein zal er vervolgens voortdurend alles aan doen om jou dat kenbaar te maken zodat jij dat oude spul gaat opruimen.

Helaas is men die actie van het brein negatieve gedachtens gaan noemen en de bijbehorende gevoelens is men negatieve gevoelens gaan noemen. Hoe bizar…..

Wat kunnen we ermee als kind, eigenlijk alleen maar onderdrukken , wegstoppen in ons brein…voila het probleem…

Dat brein blijft daar tegenaan lopen en dat blijft in de weg staan van een gezond en gelukkig leven.